De Minor-studenten van dit schooljaar zijn gestart met een tweedaagse excursie naar Gent en Oostende. De reis bood de gelegenheid om een reeks lopende projecten te bezoeken op het gebied nature-based solutions.

In Gent leidde de landschapsarchitectuurgroep van HoGent ons langs tien innovatieve projecten die op verschillende schaalniveaus meer natuur in de stad brachten. Op het Maaseikplein, bijvoorbeeld, is een voormalige parkeerplaats onthard en veranderd in een openbaar plein met groene infrastructuur die sociaal gebruik stimuleert. Op de Fluviussite worden drie experimentele methodes van ontharding getest om te onderzoeken hoe biodiversiteit kan worden versterkt op zeer verharde plekken.

Maaseikplein: de voormalige parkeerplaats is getransformeerd tot een groene openbare ruimte, die burgers een gastvrije ontmoetingsplek biedt in de drukke stedelijke wijk.

Fluvius-site. Het voormalige industrieterrein werd gebruikt om onthardingstechnieken te testen; drie soorten kleinschalige ingrepen werden getest.
Door de gemeenschap sterk gestuurde projecten zoals Park Zonder Naam en Bijgaardenpark laten zien hoe lokale initiatieven gebieden kunnen vormgeven. Bijgaardenpark roept interessante vragen op over de samenhang tussen menselijk gebruik en bestaande ecologische waarde: zeldzame varens en vleermuizen bevolkten het terrein al vóór de herontwikkeling, en de bewaarde staalconstructie van de oude loods wordt nu bewust behouden als habitat.

Groot Bijgaardenpark, ooit een verlaten industrieterrein, wordt nu getransformeerd tot een uniek park dat ook leefgebieden biedt voor zeldzame varens en vleermuizen.
De studenten bezochten ook de herontwikkelingsgebied in de haven bij Houtdok en Handelsdok, waar harde kades worden omgevormd tot zachtere, begroeide oevers met oeverbeplanting. Deze ingrepen zijn bedoeld om ecologische verbindingen te creëren met het bredere stedelijke watersysteem.

Een korte pauze bij Handelsdok, waar de voormalige dokken geleidelijk worden getransformeerd tot een levendige, gemengd gebruikte wijk met woningen, openbare ruimten en recreatie aan het water.
In Oostende liet Kristof Verhoest, beleidscoördinator van de gemeente Oostende ons twee Interreg-projecten zien: Lijnbaanstraat en Zeedijk. In de Lijnbaanstraat is een kleine parkeerplaats midden in het centrum omgetoverd tot een koele verblijfsplek waar bezoekers hun toevlucht kunnen nemen op warme dagen. De herinrichting was onderdeel van het Europese project Cool Towns en het illustreert hoe relatief bescheiden ruimtelijke veranderingen met toepassing van groen het sociaal gebruik en de beleving van de buurt kunnen beïnvloeden.

Lijnbaanstraat, ooit een parkeerplaats in het stadscentrum van Oostende en omgeven door woongebouwen, wordt nu getransformeerd tot een groene oase met verhoogde bedden met vaste planten, struiken en bomen. Deze groene ingreep verandert een verborgen achterruimte in een gastvrije ontmoetings- en rustplek voor de omliggende buurt en stimuleert nieuwe ontmoetingen en verbindingen.
Het project aan de Zeedijk maakt deel uit van SARCC (Sustainable and Resilient Coastal Cities), dat nature-based solutions toepast als reactie op de zeespiegelstijging. Hier is een nieuwe duin aangelegd vóór de bestaande dijk, zowel om zand vast te houden als om de kustverdediging te versterken.

De Zeedijk maakt deel uit van het SARCC-initiatief (Sustainable and Resilient Coastal Cities), dat zich richt op het integreren van nature-based solutions in kustbescherming. Er is een nieuwe duin aangelegd die zand uit de zee opvangt en de veerkracht van de bestaande dijk versterkt tegen de voortdurende uitdaging van de zeespiegelstijging.
We hopen dat deze reis de studenten een directe blik gaf op een reeks strategieën die onze stad veerkrachtiger en natuur-inclusiever maken. We kijken ernaar uit om de leeractiviteiten voort te zetten en toe te werken naar de eindbeoordeling van het masterplan Hortus in Almere.
